Zie jij je kind worstelen?
Met school – en met zichzelf?
Wijkunnenmeer helpt onderpresteerders weer te sprankelen, op school en thuis. Nieuwsgierig? Meld je dan snel aan voor onze GRATIS minicursus en ontdek wat wij voor je kunnen betekenen.

Ilse Reijgwart (1960)
Ik ben de eigenaar en oprichter van Wijkunnenmeer. Ik begeleid cliënten uit het basis- en voortgezet onderwijs bij het leren leren (aanleren van studievaardigheden, ontwikkelen van executieve functies / executieve vaardigheden).
Scholieren van de basisschool help ik met wat daar echt als ‘de basis’ wordt gezien: tafels en spelling leren, begrijpend lezen, presentaties maken. Scholieren voortgezet ouderwijs help ik met alle alfa- en gammavakken, inclusief Latijn en Grieks, en met plannen & organiseren. Sinds 2024 help ik ook bij wiskunde.
Ik help alleen bij het aanleren van studievaardigheden. Bijles is niet onze core business. Voor klassieke talen maak ik echter een uitzondering, omdat ik deze vakken aan de universiteit heb gestudeerd.
Daarnaast ondersteun ik ouders en scholen bij het begeleiden en stimuleren van creatief (hoog)begaafde onderpresteerders. Op verzoek geef ik workshops en trainingen.
In telegramstijl:
Afkomstig uit middenstandsgezin, onderpresteerder sinds de kleuterschool, braaf meisje: gevoelig en slim. Angst voor juffen en medeleerlingen.
Wilde niet opvallen, dus deed goed haar best: gymnasium logische keus. Daarnaast creatief: altijd breien.
Met hoge cijfers geslaagd maar voelde zich altijd ingeperkt, gevangen. Gelukkig gezonde dosis humor.
Studie Klassieke talen (cum laude, nog steeds breiend). 8 jaar wetenschapper, gestopt met promotieonderzoek (want saai).
Coördinator educatie bij Archeon: ontwerp succesvolle doe-routes voor (school)groepen, Tupperware demonstratrice, docent klassieke talen, sollicitatietrainer/coach.
Zoektocht naar eigen wezen, behoeften & gevoelens: opleiding Mens & Intuïtie: energetisch therapeut.
Geeft bijles en studieles sinds haar 16de, inmiddels veel onderpresteerders geholpen weer te sprankelen, onder wie eigen kinderen.
Intussen oma. Motto’s: ‘wees wie je bent’ en ‘doe maar gek, dan doe je gewoon genoeg’!
En nu uitgebreider: Onderpresteerder, creatief & analytisch denker, synesthesie
Terugkijkend kan ik wel zeggen dat ik het grootste deel van mijn leven een onderpresteerder ben geweest. Wel van een soort dat niet zo gemakkelijk herkenbaar is als onderpresteerder: een braaf meisje. De trefwoorden (hoog)begaafd (hb) en hoogsensitief (hsp) zijn zeker op mij van toepassing. Gevoelig & slim als ik was, kon ik vrij gemakkelijk inschatten wat er van mij werd verwacht. Daaraan paste ik mij gemakkelijk aan. Dacht ik tenminste. Dat is echter niet zo goed voor je zelfbeeld. Later raakte ik hierdoor flink in de knoop met mezelf.
Ik ben een creatief begaafde. Ik denk in beelden en gevoelens (beelddenker, kinestetisch denker). Creatief met mijn handen ben ik ook, als is dat geen onderdeel van de definitie van ‘creatief begaafd‘. Aan de andere kant kan ik prima analyseren en structureren.
Ik heb een bijzondere gave waar ik erg van geniet: synesthesie. Bij woorden, letters en getallen zie ik kleuren. Dat is heel gemakkelijk als ik iets uit mijn hoofd wil leren. Bijvoorbeeld een telefoonnummer onthoud ik via de kleuren van de cijfers. Dit is een gave die vijf procent van de mensheid schijnt te hebben. Voor mij een voorrecht om daar bij te horen.
Hobby’s
Van jongs af aan heb ik veel gebreid. Breien geeft rust en helpt me om overzicht te houden. Mediteren en hardlopen hebben hetzelfde effect. En zeilen, al doe ik dat tegenwoordig veel te weinig. Ik houd van snelle, kleine bootjes, en dan – in plané, zoals dat heet – alles eruit halen wat erin zit. Dan is het net of je vliegt, een heerlijk gevoel. Ik breng graag veel tijd door in de natuur: wandelend en fietsend op mijn toerfiets. In een bos geniet ik enorm van al dat groen om me heen. En als een meer zich in al zijn weidsheid aan mij vertoont, gaat mijn hart letterlijk open. Dat voel ik in mijn lijf!
Jeugd en school
Winkelmeisje
Ik ben van vele markten thuis. Letterlijk en figuurlijk. Opgegroeid aan de Markt in Steenwijk, werkte ik al jong mee in de drogisterij van mijn ouders, als winkelmeisje (zo heette dat toen nog). In diezelfde tijd had ik mijn eerste bijlesleerling: als vijfdeklasser werkte ik op verzoek van de leraar een ‘tweedeklassertje’ bij in Grieks.
Ik ben gezegend met een flinke dosis humor, al zeg ik het zelf. Dat is fijn, want mijn leven als onderpresteerder is niet altijd even leuk geweest. Vooral mijn schooltijd.
Saai
Ik vond school vanaf het begin nooit leuk, maar ronduit saai. Je werd er zo ingeperkt, veel was verboden en andere dingen moesten zó en niet anders. Ik wilde zelf nadenken over hoe ik de dingen deed. En ik wilde lang niet altijd de taken doen die ik kreeg voorgeschoteld. Toch deed ik keurig wat ik moest doen. Puur op plichtsbesef, en uit angst om op mijn kop te krijgen.
Ik denk dat ik mijn leergierigheid ben kwijtgeraakt in de kleuterklas. In die tijd ben ik bang geworden voor alle onderwijskrachten en eerlijk gezegd ook wel voor een aantal van mijn medeleerlingen.
Ik deed dus alles om niet op te vallen. In mijn geval was dat: braaf doen wat er gezegd werd. Alles zo perfect mogelijk uitvoeren. En als het moeilijk werd: doorzetten, een tandje erbij.
Kletstante
Waardoor ik wél opviel, was dat ik in de klas veel praatte. Al was het verboden, ik kon het niet laten. Dan had ik tenminste nog iets leuks te doen. Verder stelde ik veel vragen. Dat vond lang niet iedereen leuk: leerlingen en leraren. Maar dat moet wel als je elke taak perfect wilt uitvoeren. Dan moet je helder hebben wat er van je wordt verwacht. Ik kan iets alleen maar leren als ik het echt snap.
Schoolziek
De basisschool ging nog wel. Het was niet zo moeilijk en naast school had ik tijd genoeg voor andere dingen. Op dat ene jaar na, waarin wij een juf hadden waar de hele school voor sidderde. Dat jaar moest ik elke dag voor schooltijd overgeven. Mijn ouders en de juffrouw wisten dit natuurlijk, maar er werd niets aan gedaan. Zo was dat toen.
Gymnasium alpha – zonder wiskunde 🙁
Op het voortgezet onderwijs werd het echt vervelend. Omdat ik goed kon leren, mocht ik naar het gymnasium. Maar daar was het niet leuk. Een klas die als los zand aan elkaar hing en leraren met wie ik het niet altijd even goed kon vinden. En de stof… nou ja.
Wiskunde was zo ongeveer het enige vak dat ik echt met plezier deed, vooral algebra. Puzzelen! Helaas mocht ik het niet kiezen als examenvak. Het paste niet in mijn vakkenpakket, vond men. Want ik had verder allemaal talen. Dat was omdat de psychologe die mij getest had, zei dat ik een talenknobbel had. Wiskunde paste ook niet in het rooster, werd er gezegd. Niemand heeft er ooit aan gedacht om protest aan te tekenen. Of om af te wijken van het advies van de psychologe. Over braaf gesproken!
Grijze deken
Ik heb het gevoel dat ik die tijd onder een grijze deken heb geleefd. Dat ik een tijdje ben gepest, hielp ook niet erg mee. Al is dit goed opgelost door de mentor, de schade was aangericht, mijn zelfvertrouwen weg. Veel vrienden had ik niet. Ik compenseerde dat door hoge cijfers te halen.
Eindexamen: zes truien, een lappendeken en een naaimachine
Ik haalde mijn eindexamen met de hoogste cijfers van de school, maar zonder veel vreugde. Veel leuker dan school, vond ik handwerken en dan vooral breien. Dat deed ik ook tijdens het huiswerk maken.
Breien geeft rust zodat je je beter kunt concentreren. Bovendien sta je niet zomaar op als je een breiwerk in je handen hebt. Zeker niet als het er een is met meerdere draden. Het breiwerk hielp mij om mijn huiswerk achter elkaar af te maken.
In mijn eindexamenjaar breide ik 6 truien en een lappendeken. Als examencadeau kreeg ik van mijn ouders een naaimachine. Daar hadden zij veel pret om.
Studie
Na mijn schooltijd werd het leven beter: als student kreeg ik meer vrijheid. Nog steeds breiend, volgde ik de studie Latijn en Grieks. Dat zijn talen die het meeste lijken op wiskunde. De studie was niet echt heel uitdagend. Waarmee ik niet wil zeggen dat het gemakkelijk was. Het was alleen steeds meer van hetzelfde.
Het was vooral teksten uit de oudheid vertalen uit de oudheid vertalen, die langzamerhand qua taal steeds lastiger werden. En daarbij weetjes uit je hoofd leren over de taal, de cultuur en de auteurs. ‘Maar ja: je begint ergens aan en dus maak je het af, ook al is het op je tandvlees. En wat je doet, dat doe je goed.’ Zo behaalde ik mijn diploma cum laude. Ik mocht me doctorandus noemen.
Wetenschap
Direct na mijn studie werkte ik 8 jaar in de wetenschap, een tijdlang ook in München (Duitsland). Ik deed mijn werk naar tevredenheid en werkte aan mijn proefschrift over Latijnse literatuur. Die wetenschappelijke wereld: ik kan er verhalen over vertellen! Misschien komt dat er nog wel eens van in de komende jaren… Heb je toevallig de serie ‘Het Bureau’ gelezen, van J.J. Voskuil? Dan weet je ongeveer hoe het daar was!
Het proefschrift heb ik niet afgemaakt. Alweer: te saai. Ik begreep inmiddels dat wetenschappelijk werk mij allerminst gelukkig maakte. Ik was dan wel kampioen aanpassen en doorzetten – maar wie was ik wanneer ik daarmee op zou houden? Ik begon te stoeien met vragen als: wie ben ik nou echt, waar ligt mijn kracht en waar heb ik behoefte aan in het leven?
Levensvragen
Op deze vragen had ik eigenlijk geen antwoord. Het leek wel of ik bang was geworden voor mijn eigen kracht. Überhaupt was mijn gevoeligheid een soort onontgonnen gebied. Want gevoelens en emoties: die toonde je niet. Je kon maar beter doen alsof je die niet had. Zo was ik opgevoed. Dit maakte mij vaak ronduit depressief. Eigenlijk was ik nog steeds een braaf meisje, dat zo goed mogelijk deed wat haar was opgedragen. Nog steeds was de échte Ilse niet tot bloei gekomen. Maar ik begon tot inzichten te komen.
Loopbaan & persoonlijke ontwikkeling
Na deze periode als wetenschapper ben ik ongeveer alles geweest dat je kunt worden met mijn opleiding en achtergrond. Coördinator Educatie bij Archeologisch Themapark Archeon, Tupperwaredemonstratrice, sollicitatietrainer, natuurlijk lerares – en nog wel een paar dingen meer.
Ik maakte in deze tijd een grote persoonlijke ontwikkeling door. Stapje voor stapje leerde ik mijn angst en het depressieve gevoel loslaten. Er kwam een groot verdriet en een enorme woede los. Onder al die lagen bleek mijn kracht verborgen te zitten.
Ik zocht mijn heil in het reguliere circuit en in de complementaire zorg. Ik ervoer dat alles wat ik had gedaan en meegemaakt, niet voor niets is geweest. Op mijn unieke weg heb ik ervaringen opgedaan die mij bij uitstek in staat stellen om anderen te helpen. Deze persoonlijke groei duurt tot op de dag van vandaag.
Rond het jaar 2000 maakte ik eindelijk eens serieus werk van mijn spiritualiteit. Het gevoel dat er meer is tussen hemel en aarde had ik al sinds mijn jeugd. Nu ontdekte ik mijn vermogen om andere mensen te helen via energetisch werk. Ik leerde Reiki, deed de vierjarige opleiding Intuïtieve Ontwikkeling, Healing, Reading en Lightworker bij Mens & Intuïtie (inclusief HBO medische basiskennis) en volgde diverse workshops. Daarnaast liet ik mij opleiden tot Instructor in Quantum-Touch®. Een tijdlang had ik een eigen praktijk.
Soort zoekt soort heeft in mijn leven een speciale betekenis. Het lijkt wel of ik ‘soortgenoten’ verzamel. Slimme (hoog)begaafde mensen komen alom op mijn pad. En dan vooral de onderpresteerders onder hen. Er is altijd een bijzondere ‘klik’. Zeker met kids en jongeren.
Veel onderpresteerders heb ik op diverse manieren weer terug mogen zetten op hun spoor. Vooral door ze bij te spijkeren in studievaardigheden (leren leren, ontwikkelen van executieve functies). Soms ook met sessies energetische therapie. En soms met allebei. Zo was het een logische stap om in 2014 Wijkunnenmeer op te richten.
Moeder en zelfs grootmoeder
Daarnaast heb ik twee slimme, gevoelige onderpresteerders mogen opvoeden.
Bij mijn dochter is een milde vorm van dyslexie geconstateerd, bij mijn zoon (met WISC III) een enorme kloof tussen verbale en performale intelligentie. Ook hun schoolloopbaan ging niet altijd over rozen en de begeleiding heeft af en toe bloed, zweet en tranen gekost.
In plaats van hulpeloze onderpresteerders, zijn zij nu volwassenen die weten wat ze waard zijn en wat ze willen. Ik ben heel trots op hen en voel me vereerd dat ik hun moeder mag zijn.
Sinds kort ben ik zelfs grootmoeder. Weer een volgende fase, waarin veel te ontdekken valt totdat het beeld dat ik schets in dit blog, aan de orde zal zijn.
Over de weg van mijn dochter en zoon als onderpresteerders vertel ik meer in onze gratis Minicursus Grip op onderpresteren. Je kunt je voor deze cursus opgeven via de pagina voor Ouders.