Don’ts en do’s bij onderpresteren in het voortgezet onderwijs

Onderpresteren in het VO wordt niet altijd effectief aangepakt. Dat betekent dat een onderpresteerder in het voortgezet onderwijs vaak al een lange historie heeft. Ik heb de laatste tijd een aantal bijeenkomsten meegemaakt met docenten VO. Ik kan het mis hebben, maar het lijkt wel alsof die over onderpresteren spreken als een probleem dat bij hen op school is gestart. Het onderstaande kwam ik tegen. Wat Wijkunnenmeer betreft Grote Don’ts. De do’s staan in de uitleg.

Uitsluitend werken aan motivatie, faalangst e.d.

Docenten proberen meestal de onderpresteerproblemen te lijf te gaan door aan de motivatie te werken of aan de emotionele problemen die op dat moment zichtbaar zijn: faalangst, niet lekker in de groep liggen, c.q. gepest worden – vaak een bijkomend probleem bij onderpresteren.

Er worden motivatiegesprekken gevoerd, of een sociale vaardigheidstraining ingezet, of een faalangsttraining. Dit helpt echter vaak niet, omdat er al een lange historie van onderpresteren is, met een veel dieper liggende problematiek.

Als je dieper kijkt, blijken motivatieproblemen, faalangst en geringe sociale vaardigheden, slechts een gevolg van het onderpresteren. Het heeft dus weinig zin om een leerling te verwijten dat hij of zij niet gemotiveerd is. Dat raakt de kern niet

Neem bijvoorbeeld het probleem van geringe motivatie. Hoewel het natuurlijk waar is, dat onderpresteerders de motivatie kwijt zijn, is ‘jij bent ook niet gemotiveerd’, een oppervlakkig verwijt, dat voorbij gaat aan de eigenlijke problematiek. Motivatieverlies is een gevolg van het onderpresteren, dus van niet gezien zijn (zich niet gezien voelen). Het is een teken van opgeven. En in die zin heel begrijpelijk.

Daarnaast doet het verwijt: jij bent niet gemotiveerd, meer kwaad dan goed. Leerlingen worden er allergisch voor, zeker in de puberteit. Een verwijt zet hen niet in beweging, maar bevordert de negatieve spiraal waar de leerling al veel langer in zit. Hij/zij gaat zich óf steeds meer schuldig voelen en/of ‘gooit de kont tegen de krib’ en geeft op.

De emotionele rugzak van het kind vergeten

Het is belangrijk je te realiseren dat een leerling het VO is binnengekomen met al een grote rugzak, en vervolgens die rugzak te betrekken in de hulp. Misschien ten overvloede: onderpresteren is zelden een probleem dat je achter je kunt laten door een knop om te zetten.

Ooit hoorde ik een welmenende mentor tegen een jongen zeggen: “we weten dat je op je eerdere scholen veel hebt meegemaakt. Maar we hopen dat je dat achter je wilt laten en ons een kans wilt geven je te helpen.” Maar die jongen had intussen regelrechte trauma’s. Die kun je zomaar niet achter je laten door een virtuele knop om te zetten. Gelukkig begreep de mentor waar ik op doelde, toen ik hem hierop wees. 🙂