(Onze) stellingen over onderpresteren

  • Onderpresteren is aangeleerde hulpeloosheid – die voortkomt uit een gevoel van afhankelijkheid.
  • Onderpresteren komt voor bij misschien wel meer dan de helft van de leerlingen.
  • Scholen doen er goed aan om veel meer te investeren in een veilig pedagogisch klimaat, zodat onderpresteren wordt voorkomen. Dat is ook in het belang van de onderwijsgevenden zelf. Een win-win-situatie dus

Zo, die staan: mijn diepste overtuigingen over onderpresteren. Waarom wij dit vinden?

Hulpeloosheid en afhankelijkheid

Onderpresteerders zijn over het algemeen gevoelige types. Empatisch begaafd zijn ze ook. Ze voelen intuïtief aan wat een ander van ze wil en wat die ander wil dat zij zijn. Zij zijn maar al te graag bereid zich aan te passen. Daarmee maken ze zich in hoge mate afhankelijk van anderen.

Kwaliteiten veranderen in belemmering

Gevoeligheid en empatisch vermogen: op zich zijn dat kwaliteiten. Maar het probleem is dat onderpresteerders zichzelf vaak verliezen. Zij gaan helemaal op in de ander, zodat ze geen zicht meer hebben op hun eigen behoeften, gevoelens, interesses en talenten. Waardoor ze gaan denken dat zij er niet zoveel toe doen. Ze denken dat zij altijd de goedkeuring en toestemming van een ander nodig hebben. Dat is afhankelijkheid.

Belemmerende overtuigingen

Vanuit die afhankelijkheid ontwikkelen zij langzamerhand overtuigingen die hen belemmeren bij alles wat ze doen. Zij denken bijvoorbeeld:

  • Ik kan het niet (alleen) – Het is te moeilijk – Ik doe het vast fout;
  • Ik ben vast raar – ik moet alles doen om niet op te vallen – ik moet toneelspelen – masker op, flink zijn!
  • Ik mag mijn gang niet gaan – Ik zit gevangen – Ik zit vast;
  • Zij zijn groot en ik ben klein en het is niet eerlijk (Calimero).

Hulpeloze vragen

Zij vragen bij alles wat ze willen of moeten ondernemen:

  • Mag het wel?
  • Hoe moet het?
  • Val ik niet uit de toon?
  • Help me!

Dit is aangeleerde hulpeloosheid. Bij sommigen leidt die hulpeloosheid tot overdreven braafheid. Ze nemen zelfstandig geen enkel initiatief. Anderen worden (machteloos) boos. Zij gaan in verzet tegen iedereen die hun zijn wil op wil leggen. En beide groepen zijn vanbinnen vooral verdrietig, omdat ze zich niet gezien voelen…. Dat is wederom: afhankelijkheid.

Ieder mens wil leren

Dit gebeurt, terwijl iedereen vanaf zijn geboorte wil leren. Ieder jong kind wil uit zichzelf leren te zitten, kruipen, lopen, praten en op onderzoek uit… Dat is onafhankelijkheid. Ieder mens wordt geboren met een flinke portie onafhankelijkheid, zeker waar het om leren gaat. Maar onderpresteerders raken die onderweg kwijt. En dat is heel jammer, want het leidt tot veel psychisch leed, dat je zomaar niet hebt afgeschud: onzekerheid, faalangst, noem maar op. En als er niet wordt ingegrepen, komen ze van school als angstige, onzelfstandige mensen met een te lage opleiding vergeleken met hun capaciteiten.

Onafhankelijkheid

Even gegoogled: positieve eigenschappen van onafhankelijke mensen zijn:

  • Zij doen hun werk naar eigen inzichten;
  • Zij vertrouwen op hun eigen oordeel, kunde, inzicht en vaardigheid;
  • Ze zijn niet snel uit het veld te slaan, besluitvaardig en zelfstandig;
  • Ze hebben een brede kijk op de wereld;
  • Ze hebben durf en zijn vol zelfvertrouwen;
  • Ze kunnen kritisch denken en analyseren;
  • Ze hebben overtuigingskracht;
  • Ze zijn taakgericht.

Mooie eigenschappen, maar…

Pracht-eigenschappen, toch! Wij denken dat wij allemaal graag willen dat onze kinderen opgroeien tot zulke volwassenen. In ieder geval lijkt me dat goed onderwijs deze kenmerken zou willen bevorderen (naast een aantal andere). Wat mij opvalt is dat onderpresteerders in de klas vaak precies tegenovergestelde eigenschappen vertonen. Of in ieder geval een aantal eigenschappen die precies het tegendeel zijn van dit lijstje. Zij vertonen kenmerken die het tegendeel zijn van hoe een mens, zeker ten aanzien van leren, van nature is. Daar schrikken wij echt van. Want er is nogal wat stress voor nodig om iemand in zijn tegendeel te krijgen.

Daniël Ofman – kwaliteitenkwadrant

In de tijd dat ik sollicitatietrainingen gaf, leerde ik mijn cursisten over de kwaliteitenkwadrant van Daniël Ofman. Volgens Ofman heeft iedereen een aantal kernkwaliteiten, waaraan automatisch een valkuil en een allergie gekoppeld zijn. De valkuil is een overdrijving van de kwaliteit. Een voorbeeld: als je kwaliteit ‘daadkracht’ is, kan de valkuil zijn: ‘drammen’. De allergie is het tegendeel van je kwaliteit, dus datgene waar je een hekel aan hebt. Bij ‘daadkracht’ is dat ‘passiviteit’.

Kwaliteiten en stress

Alleen in een ontspannen toestand kun je leven volgens je kwaliteit. Bij stress raak je al gauw in je valkuil. En nu komt het meest interessante: ALS DE STRESS NOG GROTER WORDT, KOM JE IN HET GEDRAG VAN JE ALLERGIE. Dan wordt dus een daadkrachtig iemand passief. Geloof me, het is zo. Het is mij, daadkrachtig persoon, meermaals overkomen. Want ja, dit voorbeeld is niet uit de lucht gegrepen.:)

Wat zegt dit over het schoolklimaat?

Onderpresteerders gedragen zich afhankelijk en hulpeloos. Dat is precies het tegendeel van hoe een mens geboren wordt: ieder mens wil leren. Dat zegt dus heel veel over de druk die onderpresteerders voelen. Die moet wel mega-hoog zijn! Aangezien onderpresteren vrijwel altijd in de eerste klassen van de basisschool ontstaat, vinden wij dat scholen zich echt achter de oren mogen krabben. Hoe veilig is het schoolklimaat nu echt? Niet erg dus, als het in staat is vele kinderen in hun tegendeel te duwen. Zijn het er zoveel dan? Ja, wij denken het wel.

Getallen m.b.t. onderpresteren

Uit cijfers van de Onderwijsraad (2008) blijkt dat 30 tot 60% van de hoogbegaafde leerlingen op de basisschool aan het onderpresteren is. Da’s dus een derde tot meer dan de helft. Wij denken dat je deze cijfers als symptomatisch mag zien voor het hele onderwijs, ook op andere niveaus. Volgens onze eigen waarneming en die van onderwijskrachten met wie wij in contact staan, zitten er in alle VMBO-klassen schrikbarend veel leerlingen die daar niet thuishoren. Zij zijn afgestroomd vanuit VWO of HAVO. Twee of drie niveaus omlaag is geen uitzondering. Niet omdat ze het hogere niveau intellectueel niet aankunnen, maar omdat ze niet uit de verf komen. Onderpresteerders dus, hoewel niet allemaal hoogbegaafd. Ons gevoel zegt ons dat voor deze groep de cijfers net zo hoog zijn.

Wat nu?

Wat is eraan te doen om het schoolleven voor de onderpresteerder veiliger te maken? Wij weten: onderpresteren is voor een leerkracht slecht zichtbaar in de klas. Onderpresteerders spelen de hele dag toneel. En dat doen ze goed. Dus het heeft niet veel zin om alleen op incidenten te reageren. Want een heleboel onderpresteerders weten zich totaal onzichtbaar te maken. Die bereik je op deze manier echt niet.

Pedagogiek

Naar onze mening is het nodig om het klassenklimaat als geheel aan te pakken. Zodat niemand ook maar op het idee hoeft te komen dat het veiliger is, onder te duiken in de massa, in plaats van te laten zien wie je bent en wat je kunt. Zodat het geen probleem is om je hoofd boven het maaiveld uit te steken. Omdat iedereen dan veilig zal zijn. Het is dus nodig om vooral in pedagogiek te investeren. Wel structuur bieden, maar nooit autoritair zijn. Om maar wat te noemen. Meer tips geef ik in mijn gratis minicursus Grip op onderpresteren in zeven stappen, die je bovenaan elke pagina van deze site kunt aanvragen.

Winst

De winst die we daarmee behalen is groot: rond vijftig procent van de leerlingen zal een stuk blijer en vrolijker zijn dan nu. Het zelfvertrouwen neemt toe. We krijgen de leerlingen die zich onafhankelijk opstellen in plaats van hulpeloos en afhankelijk (en daardoor initiatiefloos of juist in de weerstand). Iedereen die een beetje ervaring heeft met onderwijs, weet wat voor een vreugde het is, om met zulke leerlingen te werken. En dat het de werkdruk aanzienlijk vermindert bovendien. Omdat je niet meer zo heftig hoeft orde te houden.