Plannen in het voortgezet onderwijs
Dit artikel is verschenen in Signaal 68, het blad van Pharos, de landelijke vereniging van ouders van hoogbegaafde kinderen. Wat ik beschrijf, zien wij echter bij onze hele doelgroep gebeuren, niet alleen bij hoogbegaafden. Lees hier de Pdf van de publicatie in Signaal.
Ik drentel door het huis en doe wat nuttige klusjes. En dan bedenk ik dat ik echt even wat moet eten, en een paar bladzijden in mijn boek lezen. Dan even naar Facebook. Eigenlijk heb ik gewoon geen zin om aan het werk te gaan. Mailtjes, afspraken maken, een verslag schrijven… Ik ben nooit een ster geweest op het gebied van backofficetaken. Maar ja, die horen er natuurlijk bij als je een eigen toko hebt.
Gewoon goed plannen. Een lijst maken en inplannen wanneer je wat doet. Dan lukt het best…
Ik denk dat scholieren heel vaak hetzelfde probleem hebben. Geen wonder dat ze vaak stress hebben. School rekent je af op dit gedrag. Wat anderen ook mogen zeggen: stress komt volgens mij niet van afleiding, zoals social media… Uiteindelijk komt die van school. De social media zijn een welkome afleiding als je wilt vluchten voor de stress. Zelfs excessief gamegedrag zie ik als een symptoom van stress, niet als oorzaak.
Volgens mij is het grote probleem, dat veel scholieren van nature ‘geen ster zijn in plannen’. Plannen is niet een vaardigheid die het tienerbrein over het algemeen vanzelf beheerst.1 Ze weten niet hoe ze dat het beste kunnen aanpakken. En plannen in het voortgezet onderwijs is toch wat anders dan plannen in groep 8.
Ik wil jullie vertellen over M. Twee keer per week zie ik haar. Slim meisje, blijven zitten in 4 HAVO, de weg kwijtgeraakt in Coronatijd. Heeft het toen min of meer opgegeven. Dit schooljaar maken we een frisse, nieuwe start richting de eerste toetsweek. M. wil wel, want ze heeft een droom: binnenhuisarchitect worden. Helaas voor haar moet ze op school ook dingen doen die met die toekomst niet veel te maken hebben. Toch werkt ze hard, ondersteund door haar ouders.
Prioriteit nummer 1 is overzicht. Wat moet ik allemaal doen en wanneer doe ik het dan? Wij adviseren daarvoor meestal een papieren planner, waarin je een hele week tegelijk kunt overzien (niet meer en niet minder).2 Dan weet je altijd wat je te doen staat van het ene weekend tot het andere. Meestal gebruiken we een goedkope agenda zonder opsmuk, vaak voor bijna niets te koop bij de supermarkt of de andere adressen voor goedkope kantoorartikelen.3
Heel belangrijk: op die planner noteer je maar een paar deadlines: die van SO’s, toetsen enz. Dat geeft je houvast bij het plannen. Van het andere werk noteer je niet wanneer je het schoolwerk af moet hebben maar wanneer je het werk gaat dóen. Daar hebben wij een systematiek voor, zodat plannen dagelijks weinig tijd kost. Die systematiek houdt in, dat je het ene soort schoolwerk altijd doet net nadat je het hebt opgekregen, het andere een dag voordat het af moet zijn; en dat je de voorbereiding van SO’s en toetsen altijd in principe over een vast aantal dagen uitsmeert. Dat kán ook, als je je voorwerk hebt gedaan: bijvoorbeeld uittreksels maken direct nadat de stof in de klas is behandeld.
Het toepassen van die regels vereist enige ‘braafheid’, maar levert tijdwinst op. Dan kan plannen behoorlijk automatisch gebeuren, en hoeft het per dag niet meer dan 5 minuten tot een kwartier te kosten.
Alleen het maken van de eerste planning kost tijd, omdat je je dan de systematiek nog eigen moet maken. En omdat je dan ineens alle schoolwerk gaat inplannen dat er op dat moment bekend is. Want wij raden aan die planner altijd volledig te hebben. Dus niet slechts 1 week vooruit te plannen, maar gelijk alles in te plannen wat er al bekend is. Dat geeft pas echt overzicht.
Dat betekent veel uitzoekwerk! Want hoe ‘hark’ je alle schoolwerk bij elkaar? Op sommige scholen kan het overal staan. De ene docent zet het schoolwerk in Magister of SOMToday, de ander in een studiewijzer en een derde geeft het uitsluitend in de klas op. Een vierde zet het op een Drive.
Op sommige scholen blijkt dit echt een ramp. Een moeder van wie wij de zoon hebben geholpen, rapporteerde op Facebook: “Magister is inderdaad een zoekplaatje. Wij zijn niet gek. Veel doorklikken, per vak wordt het anders ingevuld, meerdere bronnen. (…) Dat zoon (en wij) soms de weg kwijt is (zijn), is dus niet heel raar.”
Onze M. is een serieus meisje. Samen met haar moeder werkt zij hard om alles op een rijtje te krijgen. Als het nodig is, mailt zij docenten om toelichting. Nu ziet haar planner er er tiptop uit! (zie afbeelding). We gebruiken potlood of uitwisbare balpen om mee te plannen, voor het geval er weer iets wijzigt (over typ-ex kun je niet heen schrijven). En kleuren om te markeren om wat voor soort werk het gaat, zeker voor SO’s en toetsen, maar ook voor werk dat echt prioriteit heeft.
Wat M. in ieder geval nu in de vingers heeft, is het principe dat wij altijd hanteren: Plannen doe je van achteren naar voren, dus vanuit de toetsdatum terug. Dus niet: gedurende een aantal dagen op je planner zetten ‘werken aan wiskunde’ (of welk vak dan ook). Maar: vanuit de toetsdatum terugkijken, bedenken hoeveel dagen je over de toets wilt doen; vervolgens van achter terugplannen. Bij elke dag de exacte stof van die dag opschrijven. Laatste dag reserveren voor herhalen en diagnostische toets (als je die hebt).
- Tel het aantal dagen dat je aan een toets gaat besteden, standaard zijn dat er 5: 4 dagen leren, 1 dag herhalen.
- Tel het aantal bladzijden stof, b.v. 40.
- Deelsom: deel het aantal bladzijden stof door aantal beschikbare leerdagen: hier dus 40 :4 (want de laatste dag is herhaaldag). Dus 10 bladzijden leren per dag.
Er zijn nog veel meer tips, maar dit is echt de basis.
Haar moeder zegt dat M. dit uitsluitend met hulp van haar ouders niet had gered. Ook haar ouders vinden plannen voor school niet gemakkelijk. Ik vraag me dan ook af hoe haar klasgenoten die geen hulp hebben, dit voor elkaar krijgen. Een cliënt, afgestroomd van VWO naar VMBO, verzuchtte: “waarom heb ik dit niet geleerd aan het begin van de brugklas?” Tja, die vraag heb ik ook. Waarom eigenlijk niet?
Voetnoten
- Zie bijvoorbeeld dit Interview met prof. Jelle Jolles: https://www.trouw.nl/leven/tieners-lastig-helemaal-niet-zegt-neuropsycholoog-jelle-jolles~be3509b4/ en J. Jolles, Het tienerbrein, Amsterdam 2017, p. 84, 86, 89.
- Pascal Cuijpers, docent voortgezet onderwijs in de Volkskrant: “Ga tegen digitale stroom in en geef leerling z’n agenda terug. Alles goed en wel met de digitalisering, maar leerlingen hebben baat bij een ouderwetse, papieren schoolagenda.” Hier zijn wij het heel erg mee eens: docenten noteren het schoolwerk in Magister of SOMToday – maar plannen doe je nog steeds het meest overzichtelijk op papier, in een gewone agenda. Wij adviseren scholen ook wel om in de onderbouw Magister of SOMToday niet te gebruiken. DAt dwingt de docenten om altijd op hetzelfde moment het schoolwerk op te geven (duidelijk) en de leerlingen om het dan ook zelf te noteren, daar zelf verantwoordelijkheid voor te nemen. Veel te vaak zien wij dat leerlingen de verantwoordelijkheid voor administratief beheer van de schooltaken, te veel bij de leraar leggen. Bijvoorbeeld: “Te laat opgegeven, dan hoeven we het niet te doen.” Deze tieners hebben niet door dat ze zich daarmee zelf in de vingers snijden: er zit een opbouw in het schoolwerk, die werkt toe naar de toets. Dus als dat schoolwerk te vaak niet wordt gedaan, is piekbelasting bij een toets onvermijdelijk. https://www.volkskrant.nl/columns-opinie/ga-tegen-digitale-stroom-in-en-geef-leerling-z-n-agenda-terug~b4b0c095/?fbclid=IwAR1LBdK-j0tTUUQfn3mV8FhbE9w76Di1pMbNwqOrz0vxCbijeUj2m17qSp4 Dit artikel is helaas alleen te lezen voor abonnees.
- In plaats van zo’n goedkope agenda, kun je ook kiezen voor de Plenda, de 1blikagenda of klonen daarvan. De Plenda en de 1blikagenda worden geleverd met een eigen (beknopte maar zeker functionele) handleiding voor plannen. https://www.planning-en-agenda.nl/ en https://www.1blik.nl/producten/1blik-schoolagenda