Later als ik oma ben

Wie ben ik?

Een van de vragen die me altijd fascineren, is: wie ben jij nou echt? Die vraag stel ik zowel aan anderen als aan mezelf. Wie ik ben, is voor mij geen vast gegeven. Ik zie het leven als een reis, waarin je je steeds ontwikkelt. Daarom vind ik het interessant om af en toe opnieuw de balans op te maken van wie ik op dat moment ben. In de herfst van 2012 was het weer tijd voor een nieuwe ronde.

Taart

Ik ontdekte dat ik in verschillende situaties verschillende stukken van mezelf liet zien. Als ik mijzelf met een taart vergeleek die uit verschillende punten bestaat, liet ik in de ene situatie de ene taartpunt zien, en in de andere een andere. En meestal nog niet eens de hele punt. En die taart als geheel… nou, die kreeg eigenlijk niemand te zien. Ik besloot daar verandering in te brengen. Voor mij betekende dit hetzelfde als stoppen met onderpresteren. En zo is uiteindelijk Wijkunnenmeer ontstaan, het bedrijf waarin ik al mijn specialismen bundel. Dit is wie ik nu ben: ‘mevrouw Wijkunnenmeer’.

Wie word ik?

En dan waarheen ik op weg ben. Ooit had ik daarover iets wat je wel een visioen zou kunnen noemen. Ik zag mezelf als zeventigjarige, als een oma in een schommelstoel. Ja…ik hoor hem al komen: als een oude taart. 🙂 Ik ben een beetje molliger dan nu, ik draag een knotje en een parelsnoer. En ik heb een Trevira-tweeduizend-jurk aan. Trevira-tweeduizend is een synthetische stof uit de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw. Nu dus vintage: ‘lekker fout’. Mijn jurk is een soort bloemetjesjurk in zachte roze- en grijstinten. Behoorlijk truttig. Toch straalt het visioen vooral rust uit. Ik ben een rustpunt geworden voor de mensen om me heen.

Oma en jongeren

Vooral jongeren vinden het fijn om af en toe naar deze oma toe te komen om iets uit hun leven met mij te delen. Zij komen aan mijn voeten zitten op een soort poef en ze vertellen mij wat hen op dat moment bezighoudt. Ik geef ze een kopje thee en een koekje. Verder luister ik naar hun verhalen en ik zeg niet veel terug. Alleen af en toe een bevestigend hmm…., is genoeg. Want ze weten dat ik alles begrijp, omdat ik het allemaal ooit eens heb gezien en meegemaakt. Na een tijdje staan ze op en gaan weer verder met hun leven, gesterkt doordat ze hun verhaal hebben kunnen doen.

Maar eerst…

Als ik zo kijk naar het beeld in mijn hoofd van de oma die ik zal zijn, duurt het nog een tijdje voordat ik dit stadium zal bereiken. Ik ben nog lang geen zeventig en nog volop moeder, al zijn mijn kinderen al groot. Dus eerst heb ik nog een paar andere dingen te doen, dat is wel duidelijk: anderen helpen op een praktische, meer ‘moederlijke’ manier. Dan pas is de oma aan de beurt. Nu help ik jongeren hun weg te vinden op school, zoals ik dat ook bij mijn eigen kinderen heb gedaan. Ze zijn blij met me. Zoals Wessel (gefingeerde naam) van 15 ooit opmerkte: het is zo fijn dat jij altijd het talent ziet van kinderen, niet wat ze niet kunnen.