Soort zoekt soort
Wijkunnenmeer – voor jongeren en hun ouders
Waarom wij ons in Wijkunnenmeer helemaal richten op het helpen van onderpresteerders? Wij werken hier met onze ‘soortgenoten’: jongeren die net als wij op school niet uit de verf zijn gekomen en daar ongelukkig van zijn geworden. Want vergis je niet: onderpresteren maakt heel ongelukkig. Wij gunnen onderpresteerders een prettiger schooltijd dan wijzelf ooit hebben gehad. Tenslotte zit je daar verplicht, en jarenlang. Dan is het fijn als het gewoon leuk is, toch? Ons doel is in de eerste plaats dat jonge onderpresteerders weer happy worden. Wij willen graag dat zij weer sprankelen, op school en thuis. En dat hun ouders zich geen zorgen meer over hen hoeven te maken.
Wijkunnenmeer – voor de wereld
Ook de wereld als geheel komt tekort bij onderpresteren: zoveel talent gaat verloren! Wie kent niet de voorbeelden van de leerlingen die op VWO of HAVO begonnen en uiteindelijk maar net met een VMBO- of MAVO-diploma van school kwamen? Onze stelling is dat het hier vrijwel uitsluitend om onderpresteerders gaat. Mensen die veel meer kunnen dan eruit komt. Zonde toch? Wist je dat van de hoogbegaafden slechts 64% een VWO-advies krijgt, waarvan dan minder van de helft uiteindelijk de universiteit bereikt? Dit ondanks alle mooie woorden over talentbevordering van de laatste tijd. Wij willen bijdragen dat hier iets aan gebeurt. Dat de wereld kan genieten van al deze unieke mensen, die anders misschien in een hoekje verkommeren.
Praktische aanpak
Wij pakken het probleem van onderpresteren in de eerste plaats praktisch aan. Jonge onderpresteerders hebben vaak een laag zelfbeeld. Ze voelen zich immers niet geaccepteerd als wie ze zijn, dus ‘anders’. Daarnaast hebben ze zonder uitzondering een hekel aan school. Dit maakt dat ze zich zo weinig mogelijk inspannen voor schoolse zaken. Zo leren ze niet studeren en halen ze steeds slechtere cijfers. En dan gaan ze ook nog denken dat ze ‘dom’ zijn. Een praktisch gerichte studietraining kan dit allemaal voor een groot deel oplossen. Als onderpresteerders namelijk leren HOE ze hun talent kunnen inzetten bij het studeren, gaan de cijfers vaak heel snel omhoog. Dan merken ze dat ze veel meer kunnen dan ze dachten: ze zijn helemaal niet dom! Dat scheelt een slok op een borrel voor het zelfbeeld.
Maar ook: respect!
Daarnaast maakt de pedagogische benadering van een onderpresteerder veel verschil. Het is heel belangrijk dat een onderpresteerder zich gerespecteerd voelt om wie hij of zij is, niet om wat zij/hij doet. Onze aanpak richt zich in de eerste plaats op deze twee praktische pijlers: studietraining en pedagogiek. Aanvullend kan zo nodig een vorm van (energetische) emotionele therapie worden ingezet.
Onderpresteren kan op elk niveau
Onderpresteren is een term die vooral wordt gebruikt in de wereld van de hoogbegaafden. Maar onderpresteren kan op elk niveau voorkomen. Het is immers minder laten zien dan je kunt, omdat je denkt dat je niet wordt geaccepteerd als hoe jij bent. Dat is in alle gevallen funest, – of je oorspronkelijke niveau nu Gymnasium is of HAVO, of welk schooltype dan ook – zowel psychisch als voor de schoolcarrière. De gevolgen zijn altijd gelijk: laag zelfbeeld, chronisch uit balans, het gevoel ‘dom’ te zijn en afzakken in schoolniveau. Hoewel wij op een of andere manier in ons leven vooral ‘slimmeriken’ om ons heen verzamelen, richten wij ons op alle onderpresteerders, van welk niveau dan ook.
Ik hoor bij de doelgroep
Zoals gezegd: het verhaal van Wijkunnenmeer is ook het verhaal van de Grote Onderpresteerder die zich nu eindelijk eens in haar volle glorie gaat laten zien. Het is dus mijn eigen verhaal. Ikzelf ben immers lid van mijn doelgroep. Dit verklaart gelijk de naam: Wij – dus jij, maar ikzelf ook -, wij kunnen méér. Een heleboel meer dan we tot nu toe de wereld laten zien! Mezelf te laten zien als wie ik ben, dat is een heel proces geweest en dat was niet altijd even gemakkelijk. Want het gaat om het afleren van oude gewoontes, die ooit als beschermingsmechanisme zijn begonnen. Al deze ervaringen gebruik ik bij mijn werk. Ikzelf zie dat als mijn X-factor, of met een knipoog: Ils-factor.