Scholen gaan te rade bij Wijkunnenmeer
Steeds meer scholen vinden de weg naar Wijkunnenmeer. Voor augustus/september 2016 zijn het er in ieder geval al 6. Het gaat om scholen voor basis- en voortgezet onderwijs. Ze zitten met de handen in het haar rond de groep kinderen waarvan ze zeker weten dat die het kunnen, maar die het niet laten zien. De onderpresteerders dus. Dit zijn leerlingen al dan niet met stempels als AD(H)D, autismeverwante stoornis (ASS), dyslexie en/of hoogbegaafdheid. Hoe help je die allemaal adequaat?
Het probleem van scholen
Basisscholen hebben te stellen met dromerige of juist lastige leerlingen, met afhaakgedrag en met kinderen die nooit aan het werk lijken te kunnen komen. Na de instructie eerst naar de wc, dan eindeloos door de klas slenteren, potlood laten vallen: punt eraf, puntenslijper weg… enz. Scholen voor voortgezet onderwijs zien leerlingen in een vrije val geraken: binnen een paar jaar van gymnasium naar VMBO, terwijl de cijfers niet verbeteren en de motivatie langzamerhand onder nul zakt. Van die leerlingen die het vooral gezellig hebben in de klas, verder ‘niets’ doen en anderen van hun werk houden.
Ouders
Ouders zijn ook niet blij. Ze zien de leergierigheid en motivatie voor school in een paar jaar verdampen. In plaats van een spontaan en blij schoolkind, hebben ze een lastige (pre)puber in huis, die soms letterlijk en figuurlijk overal tegenaan schopt. Of een depressieve, teruggetrokken zoon of dochter, die niet te bereiken of te helpen lijkt. Regelmatig hoor je dat ook jonge kinderen flirten met de dood… Deze ouders melden zich vervolgens bij school. Vaak ontstaan er conflicten, omdat onderpresteerders zich thuis heel anders gedragen dan op school. School ziet niet wat er aan de hand is, want een onderpresteerder laat zich per definitie niet graag zien. Onderpresteren is immers een (onbewust) beschermingsmechanisme, een (funeste) gewoonte, die iemand niet zomaar afleert.
Wat nu?
Niemand wil dat die toestand voortduurt. Dus is er gespecialiseerde hulp nodig. Naast ouders weten gelukkig steeds meer scholen de weg naar Wijkunnenmeer te vinden, bijvoorbeeld voor een Workshop Grip op onderpresteren. De scholen vertellen wij welk type leerlingen in de gevarenzone zit voor onderpresteren: de associatieve, creatieve types, ook wel beeld- en gevoelsdenkers genoemd, of rechterhersenhelftdenkers.
Inhoud workshops voor scholen
Wij geven pedagogische en didactische adviezen. Onze belangrijkste boodschap: pedagogiek gaat voor didactiek en inhoud. Het gaat om structureren en eisen stellen, zonder autoritair over te komen. Daarnaast is dit de groep die niet per definitie oppikt, HOE ze het best kunnen leren. Dat werkt het onderpresteren enorm in de hand. Wij leren dus scholen ook hoe ze hun leerlingen kunnen leren leren: vooral stampen, plannen en organiseren. Het is bijzonder grappig om te zien hoe bij een workshop over stampen, sommige onderwijskrachten helemaal in de stress schieten: “dat heb ik nooit gekund….” Let wel: dit zegt iemand die kinderen de tafels of spelling moet bijbrengen…
Iets anders wat opvalt bij mijn workshops is hoe visueel veel docenten zelf ingesteld zijn. Toch leren ze kinderen niet om hun zintuigen te gebruiken bij het leren…
Stelling: Nederland is gemiddeld slimmer
De reactie van een MBO-school niveau 2 (het ‘laagste’ niveau dus) tijdens een van mijn workshops: “onze klassen zitten VOL met dit soort studenten. We hebben geen anderen.” Vandaar mijn stelling: Nederland is gemiddeld veel slimmer dan we tot nu toe denken. 60% van de leerlingen gaat naar het VMBO. Een prima opleiding, als die bij je past. Maar hoeveel procent hoort hier werkelijk thuis? Zo helpen wij ook nog het ministerie van Onderwijs, cultuur en wetenschappen bij het bevorderen van talent op school.